Santuario di Lezzeno
- kerken en Sanctuarium -

Sanctuarium van Lezzeno

Het Sanctuarium van Lezzeno werd gebouwd in het dorpje na een wonderbaarlijke gebeurtenis.

Op de avond van 6 augustus 1688, terwijl Bartolomeo Mezzera in allerijl op weg naar huis was, na zijn werk op het veld te hebben onderbroken vanwege een hevige storm, besloot hij te stoppen voor een kapelletje waarin een beeld van Onze Lieve Vrouw stond, om te bidden, toen hij zag dat het beeld bloedtranen huilde.

Opgewonden over dit voorval, rende hij naar huis om zijn familieleden op de hoogte te brengen en de toenmalige proost Paolo Antonio Rubini, die allen direct in de stromende regen met hem meegingen om te zien of deze wonderbaarlijke gebeurtenis echt waar was. In het midden van de nacht, vormden de broeders van Santa Marta en van San Rocco een processie op blote voeten vanuit het dorp waarbij ze litanieën zongen.

De volgende dag bracht de proost de aartsbisschop van Milaan, Kardinaal Federico Visconti, en de bevoegde autoriteiten op de hoogte van wat er gebeurd was, die vervolgens bevestigden dat het om een wonderbaarlijke gebeurtenis ging. Deze gebeurtenis had nog een veel breder effect volgens velen: de terugkeer van het oprechte geloof en de stop van de ketterij van de Albigenzen, die in Italië hele dorpen van de Valtellina en van het Comomeer van het Katholicisme verwijderd hadden.

Op 6 augustus 1690 werd de eerste steen gezegend van het toekomstige Sanctuarium, dat voltooid werd in 1694 en waar, sinds 4 mei 1706, de wonderbaarlijke beeltenis in een nis boven het altaar omgeven door engelen staat.

Op het altaar is er veel marmer gebruikt, en het zwarte marmer van Varenna springt eruit de treden en de balusters, ook in de kleinere altaren, terwijl de muren versierd zijn met schilderingen van een landschap met loggia’s en colonnades.

Het complex van het Sanctuarium staat niet op de plek waar het mirakel zich voordeed, maar op een heuvel die hoger over Bellano uittorent en waarvandaan er werkelijk een prachtig uitzicht is over het meer. De kerk is als centraalbouw gebouwd, van buiten bijzonder compact, met een diep presbyterium en een ver naar boven lopende voorgevel. De voorgevel in laat-barokke stijl is licht en eenvoudig, typisch van het einde van de 17e eeuw. Het is tripartiet met twee lagere gedeeltes aan de zijkanten, omlijst door scheibogen op podium die een zeer uitgesproken hoofdgestel ondersteunen, verbonden aan de middelste door elegante gebogen lijnen. De scheibogen omlijsten, op hun beurt, twee nissen met daarin de standbeelden van St. Pieter en St. Paulus. In het midden opent zich het grote stenen portaal met daarboven een gebroken fronton die de blik projecteert richting het grote venster met op het raam de kroning van de Madonna en de beeltenissen van Kardinaal Montini, Paus Johannes XXIII en Monseigneur Diego Venini, donateur van het kunstwerk. De voorgevel eindigt met een fronton met kronkelende vormen en wordt geflankeerd, aan de rechterkant, door een klokkentoren waarvan de basis opgenomen lijkt te zijn in de structuur van de kerk en die in de loop der eeuwen werd verhoogd.

Van binnen heeft het Sanctuarium één schip en er is een rijkdom aan marmer, stucwerk en schilderingen die in verschillende tijdperken werden gemaakt. Het hoogaltaar, dat gewijd is aan de Maagd en oorspronkelijk meer naar voren stond, is voorzien van een soort omgang met Ex Voto beklede muren die, omhoog lopend op het middelste punt, naar de nis leidt waar de wonderbaarlijke beeltenis staat in een vergulde vitrinekast die door zes goudbronzen engelen wordt gedragen. Op het altaar is er veel marmer gebruikt, en het zwarte marmer van Varenna springt eruit, in het bijzonder dat van de lijsten, de treden en de balusters, ook in de kleinere altaren, terwijl de muren versierd zijn met schilderingen van een landschap met loggia’s en colonnades. Het daglicht valt binnen door twee grote glas-in-loodramen aan de zijkanten en een diocletaans venster in het midden, met daarop een afbeelding van Bartolomeo Mezzera bij het Mirakel. De gewelven van het hoogaltaar zijn versierd met scènes van de Kroning en de Verheerlijking van de Maagd, en de bogen zijn versierd met Engelen en Heiligen.

Binnen in het Heiligdom van Lezzeno

In het smalste gewelf van het Sanctuarium, waar vroeger het hoogaltaar stond, is de Assumptie in glorie met Engelen; vooral de Engel linksonder, die het wapen van de gemeente Bellano vasthoudt, springt eruit. Op de pendentieven zijn de vier evangelisten te zien, aan de zijkanten van de ramen zitten evenveel Bijbelse prefiguraties van Maria en, tot slot, op de muren De bruiloft te Kana aan de ene kant en de Afdaling van de Heilige Geest bij het Laatste Avondmaal aan de andere kant. Op het gewelf van de grote zaal staat daarentegen Onze-Lieve-Vrouw van Smarten.

Het linker altaar is gewijd aan St. Anne: het grote altaarstuk is een kopie gemaakt door Giovanni Grignaschi in 1873 van de originele schildering die in de St. Celsus in Milaan is en waarop de Heilige te zien is met de Heilige Maagd Maria en de Heilige Joachim. Het rechter altaar is gewijd aan Sint Jozef, patroonheilige van het dorp. Op het grote zeventiende-eeuwse altaarstuk is de Kroning van de heilige afgebeeld.

Nauw verbonden met het Sanctuarium is de plek waarop het mirakel zich voordeed, dat te voet bereikt kan worden via een bergpad dat begint in de buurt van de apsis. In 1888, ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest, werd er tegen het primitieve tabernakel een marmeren altaar geplaatst voor de viering van de mis en omhuld door een schattig kapelletje als centraalbouw gebouwd, met beschilderde gewelven en een kleine sacristie en een klokkengevel. In de lunet boven de ingang staat: “Hier – in de Tranen van Maria – dacht de hemel aan de aarde – in het berouw en in het gebed – denkt de aarde aan de hemel”.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief