Daarnaast besteedde hij tijd aan verschillende publicaties variërend van de Etruskische en de Grieks-Romeinse archeologie, tot de Renaissance.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, van 1942 tot 1945, hielp hij om de kunstwerken en meesterwerken afkomstig van musea in heel Italië te verbergen in het Vaticaan. Zo hield hij zich onder meer bezig met het goud afkomstig uit Pompeii, de schat van San Marco in Venetië, het Altaar van Sant’Ambrogio in Milaan, het Archief, de Bibliotheek en de kunstschatten van Montecassino en de Schatten van het Palazzo del Quirinale, om er maar een paar te noemen. En het is dan ook dankzij Bartolomeo dat deze en vele andere kunstwerken de bombardementen en de plunderingen van de Duitse bezettingstroepen hebben overleefd. Dankzij al deze inspanningen verleende de Luitenant van het Koninkrijk Umberto van Savoye, nadat de stad Rome bevrijd was, de titel van Baron aan Bartolomeo Nogara.
Ook al was hij ver van huis, wijdde Nogara verscheidene studies en artikelen aan de omgeving van het Comomeer en aan de archeologische vondsten die daar gedaan werden; zo wijdde hij zich ook aan onderzoek voor de restauratie van de Provost kerk van Bellano, in 1930.
Bartolomeo Nogara overleed in Rome op 19 juni 1954.